Daan en de rokende blaadjes mevrouw
Daan is een stoere jongen van 7 jaar
en hij zit in groep 4 van de basisschool.
Daan is een kanjer, eigenlijk kan hij alles wat hij wil, maar …..
soms is het alsof iets hem tegenhoudt
waardoor hij juist niet durft te doen wat hij zo goed kan.
Dat is balen natuurlijk, want hij wil juist zo graag.
Al mopperend komt Daan dan thuis uit school,
met een pesthumeur zou je kunnen zeggen.
Wie daar nog het meeste last van heeft is Daan zelf natuurlijk,
maar Daan heeft op zo’n moment zó de pest in
dat hij dat niet in de gaten heeft.
En o jé, kom dan maar niet bij hem in de buurt,
want dan ontploft hij, écht waar.
Natuurlijk is het thuis dan ook niet zo gezellig meer
en daar baalt Daan dan nog het mééste van,
want hij houdt heel veel van zijn Papa en zijn Mama,
hij houdt ook van zijn broertjes en natuurlijk van hun dieren.
Maar als Daan zich niet fijn voelt
is het net of hij dat juist af wil reageren
op de mensen waar hij het meest van houdt,
dan mogen zij zich óók niet fijn voelen
want dat maakt het voor hem alleen nog maar erger.
Het is net of Daan dan niet meer de knop om kan draaien
om zich weer blij en vrolijk te voelen.
En natuurlijk zit hij daarmee, ook al zal hij dat niet laten merken.
Hij zou willen dat hij kon toveren, dat hij een toverstaf had
waarmee hij al die nare gevoelens weg kon toveren.
Maar ja, Daan is geen tovenaar.
Op een dag heeft Mama visite als Daan uit school komt.
Een mevrouw uit de buurt die Daan wel eens vaker gezien heeft.
Daan baalt, zijn pesthumeur zit hem de hele middag al in de weg
en het liefst wil hij dat die mevrouw naar haar eigen huis gaat,
dan kan Daan tenminste toegeven aan zijn rotgevoel .
Maar die mevrouw heeft geen haast, helemaal niet.
Daan wil de hete thee wel door haar keel gieten
zodat ze snel naar huis kan gaan.
Maar die mevrouw laat haar thee rustig koud worden.
‘Wat een mens, wat doet ze hier, ik wou dat ze weg ging’
moppert Daan in zichzelf.
Al mopperend gaat Daan in een hoekje van de kamer zitten.
Hij doet alsof hij leest, maar de letters willen maar geen woorden worden.
Uiteindelijk geeft Daan het op, dan maar niet lezen.
Hij staart wat voor zich uit in zijn boek
en hoort op de achtergrond Mama en de mevrouw praten.
‘Lekker interessant’ denkt Daan ‘hebben ze nou niks anders te doen?’
Opeens wordt zijn aandacht getrokken door iets dat de mevrouw zegt.
‘echt waar’ zegt de mevrouw ‘sinds die tijd gaat het veel beter.’
‘Nou joepie’ denkt Daan ‘fijn voor je, koude-thee-mevrouw!’
‘Sindsdien brand ik vaak salie’ zegt de mevrouw ‘en geloof het of niet,
het voelt nu veel fijner in huis, ik voel mij blijer en heb weer plezier in het leven’.
‘Salie? Wat is dat’ vraagt Mama ‘en wat gebeurt er dan?’
‘Eigenlijk is salie gewoon een gedroogde plant
waarvan de blaadjes worden aangestoken zodat ze gaan roken.
En die rook zorgt ervoor dat alles wat zwaar is weer lichter wordt.’
‘uhh’ zegt Mama ‘de sfeer in huis bedoel je?’
‘ja, de energie in huis wordt eigenlijk schoon gemaakt
zodat het weer heerlijk fris voelt in je huis.’
‘dat zou ik ook wel willen’ zegt Mama.
‘Nou’ zegt de koude-thee-mevrouw ‘dan kom ik toch gewoon een keer bij jou.’
‘Wanneer zullen we afspreken’ zegt Mama snel.
‘Wat denk je van morgenmiddag?’
‘Helemaal goed’ zegt Mama ‘graag!’
Eindelijk gaat de koude-thee-mevrouw naar huis.
Daan zucht ervan ‘hè hè, wat duurde dat lang’ zegt Daan.
En voor Daan het in de gaten heeft zit hij al weer flink te mopperen.
Als Daan de volgende dag uit school komt zit die koude-thee-mevrouw er al weer.
Daan baalt ‘daar heb je dat stomme mens weer’ denkt hij.
‘Het lijkt wel of ze hier is komen wonen, stom mens!’
Maar deze keer laat de mevrouw haar thee niet koud worden.
Ze drinkt de hete thee voorzichtig op en opent daarna haar tas.
Uit haar tas komen de meest vreemde dingen
en Daan kijkt vanachter zijn boek (hetzelfde boek van gisteren)
stiekem wat er allemaal uit die tas komt.
Een grote schelp ziet hij, lucifers, blaadjes en nog wat andere dingen
die hij nog nooit eerder gezien heeft.
‘kijk’ zegt de inmiddels hete-thee-mevrouw
‘dit zijn de salie blaadjes die ik zo aan ga steken’.
Ze doet een beetje zand onderin de schelp en legt daar wat blaadjes op.
Eigenlijk is Daan wel heel nieuwsgierig naar wat ze gaat doen
maar dat laat hij natuurlijk niet merken, ben je mal.
‘uhh Daan’ zegt de hete-thee-mevrouw opeens
‘zou jij mij misschien een beetje willen helpen?’
Daan krijgt een kleur, hij voelt zich een beetje betrapt.
Zou ze gezien hebben dat hij vanachter zijn boek zat te gluren?
‘ik denk Daan’ gaat de mevrouw verder ‘dat jij dit ook heel goed zou kunnen.’
Daan staat ongeïnteresseerd op, zo lijkt het tenminste
en gaat naast de stoel staan waar de hete-thee-mevrouw in zit.
‘wat moet ik doen dan?’ vraagt hij.
‘Eigenlijk wil ik jou leren hoe je de energie hier in huis schoon kunt maken’
zegt de mevrouw tegen Daan ‘want ik denk dat jij heel goed kunt voelen
waar hier in huis energie zit waar niemand blij van wordt.’
‘okay’ zegt Daan ‘wat moet ik dan doen?’
Eigenlijk vindt Daan dit best interessant
want ergens voelt hij dat dit ook hem wel eens zou kunnen helpen.
‘kijk’ zegt de koude-hete thee mevrouw ‘ik leg wat salieblaadjes op het zand in de schelp,
zodat de schelp niet zo heet wordt dat je je hand eraan brandt
en dan steek ik de salieblaadjes aan met een lucifer.’
De mevrouw strijkt een lucifer langs het doosje en houdt de brandende lucifer bij de salie.
Eerst begint de salie een beetje te branden
en dan blaast de mevrouw het vlammetje voorzichtig uit.
‘Jeetje, wat rookt dat’ zegt Daan ‘en het stinkt ook nog, bah.’
‘Daar moet je even een beetje aan wennen Daan’ zegt de mevrouw
‘ik weet zeker dat je het straks nog lekker zult gaan vinden.’
‘Toch ben je een stom mens’ denkt Daan ‘dit gaat niemand toch lekker vinden!’
‘kom maar’ zegt de mevrouw ‘we beginnen boven op zolder.’
Ze geeft Daan de schelp in zijn ene hand en een grote veer in zijn andere hand.
‘Gek hè’ zegt de mevrouw lachend ‘wat denk je nu Daan, ze lijkt wel een heks?’
Daan lacht, hij zal maar niet zeggen wat hij allemaal gedacht heeft.
Samen gaan ze de trap op naar de zolder, Daan voorop, dan de mevrouw
en Mama gaat als laatste de trap op naar boven.
‘We doen eerst het zolderraam open Daan’ zegt de mevrouw
‘dan kan alle oude energie lekker naar buiten.
Weet je wat dat is oude energie?’
Daan schudt zijn hoofd. ‘Vooral niet laten merken dat ik het interessant vind’ denkt hij.
‘Weet je Daan’ zegt de mevrouw ‘als er iemand in je huis is geweest
die heel verdrietig was of misschien wel een beetje boos, erg boos misschien wel,
dan stroomt er een energie uit die persoon die niet fijn voelt.
Energie die een beetje zwaar is en daardoor naar beneden zakt
en blijft liggen waar het ligt. Dat kun je natuurlijk niet zien,
al zijn er mensen en kinderen die dat wél kunnen,
ik zie het in elk geval niet.
Maar dat maakt niet uit’ gaat de mevrouw verder
‘die energie blijft waar die is en gaat ook niet meer weg.’
‘Nou, ben je mooi klaar mee’ mompelt Daan.
‘En weet je wat we nu gaan doen?’ zegt de hete-koude-thee mevrouw,
die Daan nu maar de rokende-blaadjes-mevrouw noemt.
‘Met de veer gaan we de rook van de salieblaadjes hier op zolder verspreiden
en we doen dat omdat we graag willen dat de zware energie verdwijnt.
En steeds als we met de veer hier op zolder de rook verspreiden
zeggen we in gedachten ‘ik wil dat het hier weer prettig wordt,
ik wil dat de zware energie verdwijnt, helemaal verdwijnt.
En zo gaan we de hele zolder uitroken’ lacht de mevrouw.
Daan moet zelf ook wel een beetje lachen.
Best raar eigenlijk, dit zouden zijn vriendjes op school eens moeten zien.
Maar beter van niet, best stom om te zien, vindt Daan.
Daan doet precies wat de rokende-blaadjes-mevrouw hem verteld heeft
en het duurt maar even of de hele zolder wordt een beetje mistig van de rook
en het stinkt ook nog, nou ja, het went eerlijk gezegd wel vindt Daan.
‘Wat je ook nog kunt doen’ gaat de mevrouw verder ‘is geluid maken.
Je kunt in je handen klappen of geluid maken met een rateltje
waardoor je ook de energie weer in beweging brengt.
Maar dan heb je wel een paar extra handen nodig’ lacht de mevrouw.
‘of je doet het samen met je moeder of je broertjes, dat kan natuurlijk ook.
Of eerst de salie en dan geluid maken, alles kan.’
Eigenlijk voelt het best lekker denkt Daan.
Het is net of zijn moppergevoel ook minder wordt.
‘denk er goed om Daan’ zegt de mevrouw ‘dat je vooral ook de hoeken
en de plekken onder een bed of bureau meeneemt.’
Daan knikt, of de mevrouw dat door de rook heen kan zien weet hij niet.
‘Hier is het klaar’ zegt de rokende-blaadjes-mevrouw
‘we gaan nu een verdieping lager en laten het raam hier lekker openstaan
zodat de wind de zware energie mee kan nemen
naar een plek waar niemand er last van heeft.
Nu gaan we de slaapkamers en de badkamer doen,
maar eerst zetten we ook hier de ramen open.
‘O jee’ zegt de mevrouw opeens ‘jullie hebben toch hopelijk geen rookmelders?’
Daan kijkt zijn moeder aan, hebben we die, dat weet ik eigenlijk niet eens.
‘Die zijn zo uitgezet’ zegt Mama ‘scheelt een hoop herrie’ lacht ze.
Na de slaapkamers en de badkamer gaan ze naar beneden.
Ook de kamer, de keuken, de bijkeuken en het toilet worden uitgerookt.
Zelfs de garage en de meterkast en alle kastdeuren gaan open
zodat ook daar geen zware energie meer achterblijft.
‘klaar is Kees’ zegt de mevrouw.
‘Gek mens’ denkt Daan ‘ik heet helemaal geen Kees.’
Mama ziet aan Daans gezicht dat hij het niet meer snapt.
‘Dat is een uitdrukking Daan’ zegt Mama ‘waarmee bedoeld wordt dat het klaar is.’
‘Nou, zeg dat dan’ denkt Daan. ‘Grote mensen kunnen soms zo moeilijk doen.’
‘O ja, niet jezelf vergeten hè! Gewoon even de rook om jezelf heen brengen met de veer
zodat jij ook weer lekker in een frisse energie zit.
Weet je’ zegt de rokende-blaadjes-mevrouw ‘jullie mogen de schelp wel houden.
Hier is nog wat salie, dan kunnen jullie het ook zonder mij doen.
En ik denk, eigenlijk weet ik dat wel zeker, dat Daan heel goed kan voelen
wanneer je weer eens de energie in je huis schoon moet maken’
zegt de koude-warme-thee en rokende-blaadjes-mevrouw.
‘Nou doei doei allemaal’ en weg is de mevrouw.
De volgende morgen wordt Daan uitgerust wakker.
‘Tjonge, wat heeft hij lekker geslapen.’
Vlug kleedt Daan zich aan en heeft er zin in om naar school te gaan.
Hij huppelt bijna ‘joepie , vandaag wordt het leuk.’
‘Eerlijk is eerlijk’ denkt Daan ‘die mevrouw was toch niet zo gek als ik dacht.’
Het voelt nu veel fijner in huis en als Daan weer een mopperbui voelt aankomen
vraagt hij Mama om de salie met hem aan te steken
en overal waar hij zware energie voelt de rook naartoe te vegen met de veer.
En die lucht? Ach, Daan is het lekker gaan vinden omdat hij voelt dat het hem helpt.
Daan voelt zich soms net als het hondje van de rokende-blaadjes-mevrouw
die, zo vertelde de mevrouw, altijd precies liet zien als er zware energie in huis was.
Daan kon dat nu ook, hij voelde het, hij wist het én hij wist nu wat hij eraan kon doen.
Zo was die koude-hete-thee en rokende-blaadjes-mevrouw
toch eigenlijk best wel een fijne mevrouw.
en hij zit in groep 4 van de basisschool.
Daan is een kanjer, eigenlijk kan hij alles wat hij wil, maar …..
soms is het alsof iets hem tegenhoudt
waardoor hij juist niet durft te doen wat hij zo goed kan.
Dat is balen natuurlijk, want hij wil juist zo graag.
Al mopperend komt Daan dan thuis uit school,
met een pesthumeur zou je kunnen zeggen.
Wie daar nog het meeste last van heeft is Daan zelf natuurlijk,
maar Daan heeft op zo’n moment zó de pest in
dat hij dat niet in de gaten heeft.
En o jé, kom dan maar niet bij hem in de buurt,
want dan ontploft hij, écht waar.
Natuurlijk is het thuis dan ook niet zo gezellig meer
en daar baalt Daan dan nog het mééste van,
want hij houdt heel veel van zijn Papa en zijn Mama,
hij houdt ook van zijn broertjes en natuurlijk van hun dieren.
Maar als Daan zich niet fijn voelt
is het net of hij dat juist af wil reageren
op de mensen waar hij het meest van houdt,
dan mogen zij zich óók niet fijn voelen
want dat maakt het voor hem alleen nog maar erger.
Het is net of Daan dan niet meer de knop om kan draaien
om zich weer blij en vrolijk te voelen.
En natuurlijk zit hij daarmee, ook al zal hij dat niet laten merken.
Hij zou willen dat hij kon toveren, dat hij een toverstaf had
waarmee hij al die nare gevoelens weg kon toveren.
Maar ja, Daan is geen tovenaar.
Op een dag heeft Mama visite als Daan uit school komt.
Een mevrouw uit de buurt die Daan wel eens vaker gezien heeft.
Daan baalt, zijn pesthumeur zit hem de hele middag al in de weg
en het liefst wil hij dat die mevrouw naar haar eigen huis gaat,
dan kan Daan tenminste toegeven aan zijn rotgevoel .
Maar die mevrouw heeft geen haast, helemaal niet.
Daan wil de hete thee wel door haar keel gieten
zodat ze snel naar huis kan gaan.
Maar die mevrouw laat haar thee rustig koud worden.
‘Wat een mens, wat doet ze hier, ik wou dat ze weg ging’
moppert Daan in zichzelf.
Al mopperend gaat Daan in een hoekje van de kamer zitten.
Hij doet alsof hij leest, maar de letters willen maar geen woorden worden.
Uiteindelijk geeft Daan het op, dan maar niet lezen.
Hij staart wat voor zich uit in zijn boek
en hoort op de achtergrond Mama en de mevrouw praten.
‘Lekker interessant’ denkt Daan ‘hebben ze nou niks anders te doen?’
Opeens wordt zijn aandacht getrokken door iets dat de mevrouw zegt.
‘echt waar’ zegt de mevrouw ‘sinds die tijd gaat het veel beter.’
‘Nou joepie’ denkt Daan ‘fijn voor je, koude-thee-mevrouw!’
‘Sindsdien brand ik vaak salie’ zegt de mevrouw ‘en geloof het of niet,
het voelt nu veel fijner in huis, ik voel mij blijer en heb weer plezier in het leven’.
‘Salie? Wat is dat’ vraagt Mama ‘en wat gebeurt er dan?’
‘Eigenlijk is salie gewoon een gedroogde plant
waarvan de blaadjes worden aangestoken zodat ze gaan roken.
En die rook zorgt ervoor dat alles wat zwaar is weer lichter wordt.’
‘uhh’ zegt Mama ‘de sfeer in huis bedoel je?’
‘ja, de energie in huis wordt eigenlijk schoon gemaakt
zodat het weer heerlijk fris voelt in je huis.’
‘dat zou ik ook wel willen’ zegt Mama.
‘Nou’ zegt de koude-thee-mevrouw ‘dan kom ik toch gewoon een keer bij jou.’
‘Wanneer zullen we afspreken’ zegt Mama snel.
‘Wat denk je van morgenmiddag?’
‘Helemaal goed’ zegt Mama ‘graag!’
Eindelijk gaat de koude-thee-mevrouw naar huis.
Daan zucht ervan ‘hè hè, wat duurde dat lang’ zegt Daan.
En voor Daan het in de gaten heeft zit hij al weer flink te mopperen.
Als Daan de volgende dag uit school komt zit die koude-thee-mevrouw er al weer.
Daan baalt ‘daar heb je dat stomme mens weer’ denkt hij.
‘Het lijkt wel of ze hier is komen wonen, stom mens!’
Maar deze keer laat de mevrouw haar thee niet koud worden.
Ze drinkt de hete thee voorzichtig op en opent daarna haar tas.
Uit haar tas komen de meest vreemde dingen
en Daan kijkt vanachter zijn boek (hetzelfde boek van gisteren)
stiekem wat er allemaal uit die tas komt.
Een grote schelp ziet hij, lucifers, blaadjes en nog wat andere dingen
die hij nog nooit eerder gezien heeft.
‘kijk’ zegt de inmiddels hete-thee-mevrouw
‘dit zijn de salie blaadjes die ik zo aan ga steken’.
Ze doet een beetje zand onderin de schelp en legt daar wat blaadjes op.
Eigenlijk is Daan wel heel nieuwsgierig naar wat ze gaat doen
maar dat laat hij natuurlijk niet merken, ben je mal.
‘uhh Daan’ zegt de hete-thee-mevrouw opeens
‘zou jij mij misschien een beetje willen helpen?’
Daan krijgt een kleur, hij voelt zich een beetje betrapt.
Zou ze gezien hebben dat hij vanachter zijn boek zat te gluren?
‘ik denk Daan’ gaat de mevrouw verder ‘dat jij dit ook heel goed zou kunnen.’
Daan staat ongeïnteresseerd op, zo lijkt het tenminste
en gaat naast de stoel staan waar de hete-thee-mevrouw in zit.
‘wat moet ik doen dan?’ vraagt hij.
‘Eigenlijk wil ik jou leren hoe je de energie hier in huis schoon kunt maken’
zegt de mevrouw tegen Daan ‘want ik denk dat jij heel goed kunt voelen
waar hier in huis energie zit waar niemand blij van wordt.’
‘okay’ zegt Daan ‘wat moet ik dan doen?’
Eigenlijk vindt Daan dit best interessant
want ergens voelt hij dat dit ook hem wel eens zou kunnen helpen.
‘kijk’ zegt de koude-hete thee mevrouw ‘ik leg wat salieblaadjes op het zand in de schelp,
zodat de schelp niet zo heet wordt dat je je hand eraan brandt
en dan steek ik de salieblaadjes aan met een lucifer.’
De mevrouw strijkt een lucifer langs het doosje en houdt de brandende lucifer bij de salie.
Eerst begint de salie een beetje te branden
en dan blaast de mevrouw het vlammetje voorzichtig uit.
‘Jeetje, wat rookt dat’ zegt Daan ‘en het stinkt ook nog, bah.’
‘Daar moet je even een beetje aan wennen Daan’ zegt de mevrouw
‘ik weet zeker dat je het straks nog lekker zult gaan vinden.’
‘Toch ben je een stom mens’ denkt Daan ‘dit gaat niemand toch lekker vinden!’
‘kom maar’ zegt de mevrouw ‘we beginnen boven op zolder.’
Ze geeft Daan de schelp in zijn ene hand en een grote veer in zijn andere hand.
‘Gek hè’ zegt de mevrouw lachend ‘wat denk je nu Daan, ze lijkt wel een heks?’
Daan lacht, hij zal maar niet zeggen wat hij allemaal gedacht heeft.
Samen gaan ze de trap op naar de zolder, Daan voorop, dan de mevrouw
en Mama gaat als laatste de trap op naar boven.
‘We doen eerst het zolderraam open Daan’ zegt de mevrouw
‘dan kan alle oude energie lekker naar buiten.
Weet je wat dat is oude energie?’
Daan schudt zijn hoofd. ‘Vooral niet laten merken dat ik het interessant vind’ denkt hij.
‘Weet je Daan’ zegt de mevrouw ‘als er iemand in je huis is geweest
die heel verdrietig was of misschien wel een beetje boos, erg boos misschien wel,
dan stroomt er een energie uit die persoon die niet fijn voelt.
Energie die een beetje zwaar is en daardoor naar beneden zakt
en blijft liggen waar het ligt. Dat kun je natuurlijk niet zien,
al zijn er mensen en kinderen die dat wél kunnen,
ik zie het in elk geval niet.
Maar dat maakt niet uit’ gaat de mevrouw verder
‘die energie blijft waar die is en gaat ook niet meer weg.’
‘Nou, ben je mooi klaar mee’ mompelt Daan.
‘En weet je wat we nu gaan doen?’ zegt de hete-koude-thee mevrouw,
die Daan nu maar de rokende-blaadjes-mevrouw noemt.
‘Met de veer gaan we de rook van de salieblaadjes hier op zolder verspreiden
en we doen dat omdat we graag willen dat de zware energie verdwijnt.
En steeds als we met de veer hier op zolder de rook verspreiden
zeggen we in gedachten ‘ik wil dat het hier weer prettig wordt,
ik wil dat de zware energie verdwijnt, helemaal verdwijnt.
En zo gaan we de hele zolder uitroken’ lacht de mevrouw.
Daan moet zelf ook wel een beetje lachen.
Best raar eigenlijk, dit zouden zijn vriendjes op school eens moeten zien.
Maar beter van niet, best stom om te zien, vindt Daan.
Daan doet precies wat de rokende-blaadjes-mevrouw hem verteld heeft
en het duurt maar even of de hele zolder wordt een beetje mistig van de rook
en het stinkt ook nog, nou ja, het went eerlijk gezegd wel vindt Daan.
‘Wat je ook nog kunt doen’ gaat de mevrouw verder ‘is geluid maken.
Je kunt in je handen klappen of geluid maken met een rateltje
waardoor je ook de energie weer in beweging brengt.
Maar dan heb je wel een paar extra handen nodig’ lacht de mevrouw.
‘of je doet het samen met je moeder of je broertjes, dat kan natuurlijk ook.
Of eerst de salie en dan geluid maken, alles kan.’
Eigenlijk voelt het best lekker denkt Daan.
Het is net of zijn moppergevoel ook minder wordt.
‘denk er goed om Daan’ zegt de mevrouw ‘dat je vooral ook de hoeken
en de plekken onder een bed of bureau meeneemt.’
Daan knikt, of de mevrouw dat door de rook heen kan zien weet hij niet.
‘Hier is het klaar’ zegt de rokende-blaadjes-mevrouw
‘we gaan nu een verdieping lager en laten het raam hier lekker openstaan
zodat de wind de zware energie mee kan nemen
naar een plek waar niemand er last van heeft.
Nu gaan we de slaapkamers en de badkamer doen,
maar eerst zetten we ook hier de ramen open.
‘O jee’ zegt de mevrouw opeens ‘jullie hebben toch hopelijk geen rookmelders?’
Daan kijkt zijn moeder aan, hebben we die, dat weet ik eigenlijk niet eens.
‘Die zijn zo uitgezet’ zegt Mama ‘scheelt een hoop herrie’ lacht ze.
Na de slaapkamers en de badkamer gaan ze naar beneden.
Ook de kamer, de keuken, de bijkeuken en het toilet worden uitgerookt.
Zelfs de garage en de meterkast en alle kastdeuren gaan open
zodat ook daar geen zware energie meer achterblijft.
‘klaar is Kees’ zegt de mevrouw.
‘Gek mens’ denkt Daan ‘ik heet helemaal geen Kees.’
Mama ziet aan Daans gezicht dat hij het niet meer snapt.
‘Dat is een uitdrukking Daan’ zegt Mama ‘waarmee bedoeld wordt dat het klaar is.’
‘Nou, zeg dat dan’ denkt Daan. ‘Grote mensen kunnen soms zo moeilijk doen.’
‘O ja, niet jezelf vergeten hè! Gewoon even de rook om jezelf heen brengen met de veer
zodat jij ook weer lekker in een frisse energie zit.
Weet je’ zegt de rokende-blaadjes-mevrouw ‘jullie mogen de schelp wel houden.
Hier is nog wat salie, dan kunnen jullie het ook zonder mij doen.
En ik denk, eigenlijk weet ik dat wel zeker, dat Daan heel goed kan voelen
wanneer je weer eens de energie in je huis schoon moet maken’
zegt de koude-warme-thee en rokende-blaadjes-mevrouw.
‘Nou doei doei allemaal’ en weg is de mevrouw.
De volgende morgen wordt Daan uitgerust wakker.
‘Tjonge, wat heeft hij lekker geslapen.’
Vlug kleedt Daan zich aan en heeft er zin in om naar school te gaan.
Hij huppelt bijna ‘joepie , vandaag wordt het leuk.’
‘Eerlijk is eerlijk’ denkt Daan ‘die mevrouw was toch niet zo gek als ik dacht.’
Het voelt nu veel fijner in huis en als Daan weer een mopperbui voelt aankomen
vraagt hij Mama om de salie met hem aan te steken
en overal waar hij zware energie voelt de rook naartoe te vegen met de veer.
En die lucht? Ach, Daan is het lekker gaan vinden omdat hij voelt dat het hem helpt.
Daan voelt zich soms net als het hondje van de rokende-blaadjes-mevrouw
die, zo vertelde de mevrouw, altijd precies liet zien als er zware energie in huis was.
Daan kon dat nu ook, hij voelde het, hij wist het én hij wist nu wat hij eraan kon doen.
Zo was die koude-hete-thee en rokende-blaadjes-mevrouw
toch eigenlijk best wel een fijne mevrouw.